Een zeer korte samenvatting van deze uitspraak zou luiden: onderhandelingen met potentiele kopers zijn voldoende concrete pogingen om de bestaande bestemming alsnog te realiseren. Voor een goed begrip van uitspraak geven wij graag een nadere toelichting. Wat was er aan de hand? Het bedrijf ’t Vennewater heeft in het verleden zomerhuizen gebouwd en deze vervolgens verkocht, inclusief ondergrond. Aansluitend aan deze percelen ligt een strook grond, die ten behoeve van zomerhuizen, tuinen en speelvoorzieningen kan worden gebruikt. Deze aansluitende strook grond is in eigendom van ’t Vennewater gebleven. De bestemming op deze strook grond wordt gewijzigd, waardoor de strook niet meer voor zomerhuizen en tuinen kan worden gebruikt.
Niet ter discussie staat dat sprake is van een nadelige planologische wijziging. De crux zit in de vraag of sprake is van passieve risicoaanvaarding – verwijtbaar stilzitten – aan de zijde van ’t Vennewater. Volgens het gemeentebestuur en de rechtbank heeft ’t Vennewater 17 maanden de tijd gehad om de oude bestemming alsnog te realiseren en door dit niet te doen heeft ’t Vennewater de schade aanvaard.
De Afdeling oordeelt, anders dan het gemeentebestuur en de rechtbank, dat er geen sprake is van passieve risicoaanvaarding. De Afdeling stelt vast dat door ’t Vennewater concrete pogingen zijn ondernomen om de strook grond te verkopen. Deze concrete pogingen bestaan daaruit dat door ’t Vennewater meerdere gesprekken zijn gevoerd met de eigenaren om de strook grond te verkopen. Vanwege de onzekerheid die het nieuwe bestemmingsplan gaf, waren de eigenaren echter niet bereid tot aankoop over te gaan. Bij dit alles speelt volgens de Afdeling mee dat ’t Vennewater afhankelijk was van de medewerking van de eigenaren en eigendomsoverdracht niet kon afdwingen. Onder deze omstandigheden is de Afdeling van oordeel dat van passieve risicoaanvaarding geen sprake is. Er volgt vernietiging van de uitspraak en de beslissing op bezwaar (AbRvS 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1793).
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke