De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 7 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3627, ziet op aanvaardbaarheid van een partiële herziening van een bestemmingsplan waarmee alleen de planregels worden gewijzigd. De Afdeling overweegt dat het uit een oogpunt van rechtszekerheid onwenselijk is om in de planregels een voorschrift op te nemen waarin de betekenis aan de aanduiding op de verbeelding wordt ontnomen zonder een dergelijke wijziging vervolgens te verwerken op de verbeelding. De regels van de partiële herziening en de nog steeds geldende, ongewijzigde verbeelding van het moederplan spreken elkaar tegen wat betreft de geldende maatvoeringsaanduidingen. Daardoor komt de Afdeling tot de conclusie dat de partiële herziening niet rechtszeker is.
De Afdeling hecht eraan te overwegen dat dit anders ligt in een situatie waarbij een aanduiding op de verbeelding niet wordt verklaard in de planregels. In dat geval komt de aanduiding geen betekenis toe (vergelijk bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling van 10 augustus 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR4625) en kan deze niet tot verwarring aanleiding geven. Een dergelijke situatie is hier niet aan de orde.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike