Open normen in de planregels in strijd met de rechtszekerheid
29 oktober 2021
AbRvS 27 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2388. Bij besluit van 18 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maastricht het bestemmingsplan “Retailpark Belvédère” vastgesteld. Bij tussenuitspraak van 19 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2004, heeft de Afdeling de raad opgedragen om de gebreken in dat plan te herstellen. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de raad het plan nu opnieuw, maar gewijzigd vastgesteld.
De gemeenteraad heeft in dit geval gebruik gemaakt van artikel 3.1.2, lid 2, onder a, Bro en artikel 7c, lid 6, Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Die eerste bepaling luidt: “Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening kan een bestemmingsplan regels bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels.” En de laatstbedoelde bepaling luidt: “In het bestemmingsplan kunnen tevens regels worden gesteld waarvan de uitleg bij de uitoefening van een bij die regels aan te geven bevoegdheid afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Daarbij kan worden bepaald dat de beleidsregels worden vastgesteld door de raad of door burgemeester en wethouders.” In dat artikel 7c, lid 1, wordt mogelijk gemaakt om in aanvulling op artikel 3.1 Wro in een bestemmingsplan regels te stellen die strekken t.b.v. bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit, en het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies. Deze bepaling is een voorloper van het omgevingsplan uit de aanstaande Omgevingswet.
Als een gemeenteraad van de genoemde bepalingen gebruik maakt, moet hij de desbetreffende open norm in de planregels voldoende concreet en objectief begrenzen. De rechtszekerheid van (toekomstige) eigenaren en gebruikers van gronden in het (betrokken deel van het) plangebied en de eigenaren en gebruikers van de omgeving ervan brengt dat met zich. Interessant zijn de algemene beschouwingen die de Afdeling in r.o. 9.4 hier verder aan wijdt. Zeer lezenswaardig, maar gelet op de ruimte kunnen wij ze niet volledig citeren.
In dit concrete geval is in artikel 4.2.1 van de planregels onder andere bepaald dat het oprichten, veranderen of uitbreiden van gebouwen is toegestaan indien voldaan wordt aan een “voldoende stedenbouwkundige kwaliteit” en aan “passende maatvoeringsnormen”. Om te bepalen of daarvan sprake is, moet worden getoetst aan de “Beleidsregel stedenbouwkundig kader Retailpark Belvédère, 1e herziening 2021”. Volgens de Afdeling bieden de zojuist bedoelde open normen onvoldoende duidelijkheid over de daarmee toegestane bouw- en gebruiksmogelijkheden. Naar het oordeel van de Afdeling hadden onderdelen van de normering, als opgenomen in de beleidsregel, zoals bijvoorbeeld de toegestane maatvoering, in de planregels zelf moeten worden opgenomen, eventueel in combinatie met aanduidingen opgenomen op de verbeelding en met in de planregels opgenomen flexibiliteitsbepalingen. De Afdeling komt dan ook tot de conclusie dat het plan voor zover het betreft de plandelen met de bestemmingen “Detailhandel – PDV+” en “Gemengd – Transformatie” – in het bijzonder de artikelen 4 en 5 van de planregels waarin wordt verwezen naar de open normen “voldoende stedenbouwkundige kwaliteit” en “maatvoeringsnormen” – in strijd is met de rechtszekerheid.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob