Skip to main content

Onderdeel monument, beschermenswaardig of niet?

In de uitspraak van 22 oktober 2014, nr. 201309422/1/A4 heeft de AbRvS zich gebogen over de vraag of het zicht vanaf de Zuiderzeestraatweg Oost op het landgoed monumentale waarde heeft. De zichtlijn van de Zuiderzeestraatweg Oost is niet opgenomen in de redengevende omschrijving bij de aanwijzing van het landgoed als monument. De AbRvS verwijst naar de uitspraken van 25 november 2009, 200900638/1/H2 en 28 juni 2006, 200505796/1 en stelt dat uit deze uitspraken volgt dat in de omschrijving bij de aanwijzing de aspecten van het monument die in het bijzonder beschermingswaardig zijn staan opgenomen. Voor het wijzigen, verstoren of verwijderen van zo’n aspect is in ieder geval een omgevingsvergunning vereist. In dit geval staat in de omschrijving opgenomen dat een door een houtwal omgeven agrarisch perceel een belangrijke rol in de ruimtelijke opbouw van de aanleg van het park speelt vanwege de coulisseachtige aanplant van bomen bij het huis. Het zicht vanuit de Zuiderzeestraatweg Oost op het landgoed staat niet expliciet beschreven. In de complexomschrijving van het aanwijzingsbesluit is de zichtlijn vanuit de Zuiderzeestraatweg Oost evenmin vermeld. Daarom mogen er aan de omgevingsvergunning voor het wijzigen van het park geen voorwaarden worden opgenomen die de zichtlijn vanaf de Zuiderzeestraatweg Oost beschermen, dat is immers niet een belang dat de monumentenzorg dient. Immers, op grond  van artikel 2.22, tweede lid, Wabo mogen aan een omgevingsvergunning alleen voorschriften worden verbonden die nodig zijn met het oog op het belang dat voor de betrokken activiteit in artikel 2.10 tot en met 2.20 Wabo is aangegeven.