Skip to main content

Onbenutte planologische mogelijkheden en verstedelijking

We hebben al het eerder gezien, maar in de uitspraak van de Afdeling van 21 oktober 2015, nr. 201406967/1/A1 komt de vraag aan de orde of een bouwplan waarvoor een projectafwijkingsbesluit ex artikel 2.12 lid 1 aanhef en onder a, onder ten 3e Wabo nieuwe verstedelijking is of niet. Het project voorziet in de bouw van een appartementencomplex met detailhandelsfuncties. Het plan is grotendeels in overeenstemming met het bestemmingsplan. De afwijking van het bestemmingsplan ziet onder meer op een overschrijding van de in het bestemmingsplan toegelaten bedrijfsvloeroppervlakte met 769 m² ten behoeve van detailhandel.

De Afdeling overweegt dat het project als geheel als het gedeelte van het project waarvoor het college in afwijking van het bestemmingsplan omgevingsvergunning heeft verleend geen nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt. Daartoe wordt overwogen dat het bestemmingsplan op het perceel reeds bebouwing mogelijk maakt ten behoeve van verschillende stedelijke functies zoals parkeervoorzieningen, woningen, appartementen, horecagelegenheid en detailhandel. De in het project voorziene toevoeging van 769 m2 bedrijfsvloeroppervlakte aan detailhandel is het gevolg van een inpandige functiewijziging, waarbij een deel van de stallingsgarage plaatsmaakt voor een magazijn- en expeditieruimte. Door deze functiewijziging worden de bebouwingsmogelijkheden niet vergroot en vindt geen nieuw beslag op de ruimte plaats. Ook staat het bestemmingsplan op het Meerplein blijkens de daar geldende bestemming “Centrumdoeleinden 3 (C3)” zowel parkeervoorzieningen als detailhandel toe. De Afdeling vervolgt dat de afweging om te voorzien in deze functies al in het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden en wijst daarbij op haar uitspraken van 4 maart 2015, nr. 201308866/1/R3 en 15 juli 2015, nr. 201408879/1/R3.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike