Skip to main content

Omgevingsvergunning weigeren: formulier Wet bibob

De uitspraak van de AbRvS 23 september 2013, nr. ECLI:NL:RVS:2015:2977 gaat over de vraag of artikel 4 van de Wet bibob een weigeringsgrond oplevert voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een betoncentrale in Heerhugowaard. Artikel 2.20, eerste lid Wabo geeft de mogelijkheid om een aantal omgevingsvergunningen te weigeren in de gevallen bedoeld in artikel 3 van de Wet bibob. Kort gezegd geeft artikel 3 Wet bibob de bevoegdheid om een beschikking te weigeren of in te trekken, indien ernstig gevaar bestaat dat de beschikking mede zal worden gebruikt strafbare feiten te plegen of de verkregen voordelen uit die strafbare feiten te benutten. De betrokkene had geweigerd om een formulier in te vullen. Reden waarom het college van mening was dat om die reden al sprake was van een ernstig gevaar. Daarbij weest het college op artikel 4, eerste lid, jo artikel 30, derde lid, waarin is bepaald dat de weigering van de betrokkene om een formulier volledig in te vullen wordt aangemerkt als ernstig gevaar.

De Afdeling stelt dat echter dat artikel 4 van de Wet bibob uitsluitend van toepassing is bij het intrekken van een beschikking en niet op een beslissing op een aanvraag om een vergunning. De Afdeling wijst op de parlementaire geschiedenis, waarin is bepaald dat artikel 4:5, eerste lid Awb het bestuursorgaan de bevoegdheid biedt om een aanvraag niet te behandelen, indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Omdat de bestaande regelingen echter niet voorzagen in een sanctie tegen het niet verstrekken van gegevens bij de intrekking van een beschikking, heeft de wetgever een sanctie in artikel 4 Wet bibob opgenomen. Het in dat artikel gemaakte onderscheid tussen het eerste en tweede lid heeft alleen betrekking op het stadium waarin om gegevens wordt gevraagd.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike