Skip to main content

Nogmaals “Aarhus” en cumulatie van geluid en slagschaduw

14 mei 2021

Met toepassing van de coördinatieregeling is een bestemmingsplan vastgesteld en is een aantal omgevingsvergunningen verleend die het onder meer mogelijk maken ten noorden van Zutphen drie winturbines en een zonnepark te realiseren. Voor twee windturbines is een vergunning verleend aan Ijsselwind B.V. en voor één windturbine aan het waterschap Rijn en Ijssel. Door een aantal appellanten wordt opgekomen tegen de ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming.

Noodzakelijk, omdat beschermde dieren gedood zullen worden in de turbines. Het college van gedeputeerde staten stelt zich op standpunt dat appellanten geen belanghebbende zijn bij dit besluit, omdat geen sprake is van ruimtelijke uitstraling op de woon- en leefomgeving van appellanten. Niet onverwacht, gelet op de uitspraak van 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953, onder 4.3 tot en met 4.8, oordeelt de Afdeling op 12 mei 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1025) dat het niet zijn van belanghebbende niet aan appellanten kan worden tegengeworpen. Daarmee kan echter “de vlag niet uit” voor appellanten, zij zijn weliswaar belanghebbenden, maar omdat zij meer dan 100 meter van de projectlocatie wonen staat de relativiteitseis van artikel 8:69a Awb aan een inhoudelijke bespreking van de gronden van appellanten in de weg.

Voorts is de uitspraak nog interessant in verband met de beoordeling van geluid en slagschaduw. Als vermeld zijn twee vergunningen verleend, één aan Ijselwind BV en één aan het waterschap. Daarmee is sprake van twee inrichtingen die afzonderlijk dienen te worden beoordeeld en niet – zoals de gemeenteraad heeft gedaan – gezamenlijk als één inrichting. Normstelling dient te geschieden per inrichting. Dit is uiteraard ook van groot belang voor handhaving van de norm.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco