17 januari 2020
In de praktijk krijgen wij regelmatig vragen over het indienen van nadere stukken: kan dat nog? In dat licht een overweging van de Afdeling in de uitspraak van 15 januari jl. (ECLI:NL:RVS:2020:80). Een Wageningse vereniging verzet zich tegen een zonnepark. Planologisch mogelijk gemaakt met de vaststelling van een bestemmingsplan op 10 december 2018. Na vaststelling wordt er nog een Quickscan flora en fauna uitgevoerd op 29 maart 2019. Vervolgens komt er een uitnodiging voor de zitting, te houden op 4 december 2019. En voorafgaand aan de zitting dient de vereniging op 21 november 2019 een nader stuk in waaruit blijkt dat het zonnepark negatieve gevolgen heeft voor het leefgebied van de steenuil.
De Afdeling overweegt het volgende. “Ook na afloop van de beroepstermijn en, indien die termijn is gegeven, na afloop van de termijn als bedoeld in artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht, kunnen, gelet op artikel 8:58 van de die wet, nadere argumenten, nadere gegevens of nadere stukken, ter onderbouwing van een eerdere beroepsgrond worden ingediend, tenzij dat in strijd is met een goede procesorde. Dat is het geval, indien de nadere argumenten, nadere gegevens of nadere stukken verwijtbaar zodanig laat worden ingediend, dat de andere partijen worden belemmerd om daarop adequaat te reageren of de goede voortgang van de procedure daardoor anderszins wordt belemmerd.” In dit geval is de nadere reactie te laat, om twee redenen.
Allereerst heeft de raad niet de mogelijkheid gehad om adequaat hierop te reageren. En bovendien is niet gebleken dat de vereniging dit niet in een eerder stadium heeft kunnen aanvoeren. Consequentie is dat argument wegens strijd met een goede procesorde buiten beschouwing wordt gelaten.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco