De onderhavige uitspraak bevat juridisch weinig nieuws, maar het is een goede herhaling van complexe materie: rechtsmachtverdeling bij schadebesluiten.
Allereerst de feiten. Een snackbar te Leusden stelt (omzet)schade te lijden. De beslissing om te investeren in de snackbar was gebaseerd op de verwachting dat de snackbar winstgevend geëxploiteerd zou kunnen worden door de herontwikkeling van het winkelcentrum De Biezenkamp. De herontwikkeling heeft echter lang op zich laten wachten en het winkelcentrum heeft langdurig de aanblik van een bouwput gehad. Als gevolg hiervan is de omzet van de snackbar in het gedrang gekomen. De snackbar verzoekt om een vergoeding van de schade veroorzaakt door:
- het Masterplan De Biezenkamp en het voorontwerp van het bestemmingsplan;
- onvoldoende voortvarend handelen van het college om een eerdere vaststelling van het bestemmingsplan door de raad te bewerkstelligen;
- het niet-tijdig verwezenlijken van de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt;
- werkzaamheden die verband houden met de feitelijke uitvoering van het bestemmingsplan. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen en de rechtbank heeft het beroep tegen de beslissing op bezwaar ongegrond verklaard. De Afdeling oordeelt dat het beroep ten onrechte ongegrond is verklaard; naar het oordeel van de Afdeling had het beroep niet-ontvankelijk verklaard moeten worden. Daartoe merkt de Afdeling op dat ten tijde van belang er in de gemeente Leusden geen wettelijke grondslag bestond voor de behandeling van een verzoek om nadeelcompensatie, noch dat het college daarover beleid voerde op basis van een gepubliceerde beleidsregel. Bij gebreke van een wettelijke grondslag of gepubliceerde beleidsregeling is de bestuursrechter slechts bevoegd tot kennisneming van beroepen tegen een zuiver schadebesluit, indien die rechter ook bevoegd is te oordelen over beroepen tegen de gestelde schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid zelf. De gestelde schadeoorzaak is bepalend bij de beantwoording van de vraag of tegen de schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid beroep open staat bij de bestuursrechter. Aangezien tegen de bestuurshandelingen geen beroep openstond, stond tegen het schadebesluit ook geen ontvankelijk beroep open.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke