Skip to main content

Nadeelcompensatie: geen sprake actieve risicoaanvaarding

In de uitspraak van de AbRvS van 5 augustus 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2442, gaat het om de vraag of in casu sprake was van actieve risicoaanvaarding. Wat was er aan de hand?

In 1994 koopt verzoeker om nadeelcompensatie een perceel met een oud tankstation in de gemeente Ede. Verzoeker beoogt om ter plaatse een nieuw tankstation te realiseren. In 1999 vraagt hij daartoe de benodigde bouw- en milieuvergunning aan. Enkele maanden na indiening van de aanvragen wordt van overheidswege het Conceptstructuurplan ‘Interprovinciaal Structuurplan Ede – Veenendaal’ ter inzage gelegd. Op grond van dit plan zal de weg, waaraan het tankstation ligt, worden afgesloten en alleen nog toegankelijk zijn voor bestemmings­verkeer.

In februari 2000 start verzoeker met de bouw van het nieuwe tankstation en in april en juni 2000 verkrijgt verzoeker de door hem aangevraagde vergunningen. In oktober 2000 wordt het Structuurplan definitief vastgesteld en 9 jaar later – in 2009 – besluit het college van B&W tot afsluiting van de weg. In 2013 wordt de weg daadwerkelijk afgesloten.

Verzoeker dient vervolgens een verzoek in om nadeelcompensatie. Hij verzoekt o.a. om vergoeding van inkomensschade die hij stelt te lijden door de afsluiting van de betreffende weg. Dit verzoek wordt afgewezen. Daarbij adviseerde de nadeelcompensatiecommissie van de gemeente dat er geen sprake was van een causaal verband tussen de schadeoorzaak en de schade. Het college van B&W heeft tevens het standpunt ingenomen dat er sprake was van actieve risicoaanvaarding aan de zijde van verzoeker, omdat een redelijk denkend aan handelend ondernemer er rekening mee had moeten houden dat de weg in de toekomst zou worden afgesloten.

De Afdeling oordeelt dat het ten tijde van de aankoop niet voorzienbaar was dat de weg afgesloten zou worden. Dat de verzoeker zijn nieuwbouwplannen heeft doorgezet, ondanks dat het op dat moment voorzienbaar was dat wegafsluiting zich zou voordoen, doet daarvan niet af.

Er volgt vernietiging van zowel de uitspraak van de rechtbank als van het besluit van het college van B&W. Het college van B&W wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke