Skip to main content

Mogelijkheden glastuinbouw en provinciale verordening. Verschoonbaarheid niet indienen zienswijze

30 oktober 2020

AbRvS 28 oktober 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2506. De raad van Zuidplas stelt het bestemmingsplan “Herziening Zuidplaspolder 1” vast. Enkele (glastuin)bedrijven en Glastuinbouw Nederland zijn het er niet mee eens dat het plan niet voorziet in ontwikkelingsmogelijkheden. Het plan hangt samen het bestemmingsplan “Herziening Zuidplaspolder 2”, waarover de Afdeling op dezelfde datum uitspraak heeft gedaan (ECLI:NL:RVS:2020:2507).

Volgens artikel 2.1.5 van de Zuid-Hollandse Verordening Ruimte laat een bestemmingsplan voor gronden binnen het glastuinbouwgebied alleen glastuinbouwbedrijven en openlucht-tuinbouwbedrijven toe, alsmede de daarbij behorende voorzieningen en voorzieningen voor energieopwekking. Volgens de toelichting is de verdere ontwikkeling van de glastuinbouwgebieden tot een economisch concurrerende en duurzame greenport van provinciaal belang.

De raad heeft de planologische mogelijkheden uit de oude bestemmingsplannen overgenomen zonder dat op perceelsniveau is onderzocht of die oude planologische mogelijkheden nog toereikend zijn in relatie tot het bestaande gebruik en eventuele uitbreidingswensen van de betrokken glastuinbouwers. Met deze wijze van bestemmen heeft de raad volgens de Afdeling onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de glastuinbouwers die Glastuinbouw Nederland vertegenwoordigt. Het bestreden besluit is op dit punt in strijd met o.a. artikel 2.1.5, lid 1, Verordening Ruimte. Ook een wijzigingsbevoegdheid sneuvelt op basis van datzelfde artikel: gelet op dat artikel mag de bestemming van deze gronden niet met de desbetreffende wijzigingsbevoegdheid worden gewijzigd om woningen, woon-werkcombinaties, maatschappelijke voorzieningen en wegen mogelijk te maken.

Een “appellante sub 3” had tegen het plan geen zienswijze ingediend. Is zij gelet op artikel 6:13 Awb niet-ontvankelijk? Nee: op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpplan werd in overleg met de gemeente een conceptpostzegelbestemmingsplan opgesteld voor het realiseren van twee woningen, dat kort na de periode van terinzagelegging van het ontwerpplan ter beoordeling is aangeboden aan de gemeente. Gelet hierop en op de inspraakreactie op het voorontwerpbestemmingsplan had de raad kunnen weten dat “appellante sub 3” zich niet zou kunnen verenigen met de agrarische bestemming die aan de percelen is gegeven en kan het haar redelijkerwijs niet worden verweten geen zienswijze naar voren te hebben gebracht.

Zo maar enkele punten uit deze lange uitspraak.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob