De ladder voor duurzame verstedelijking en voorwaardelijke verplichtingen zijn frequent terugkerende thema’s in uitspraken van de AbRvS. Zo ook in de uitspraak van 6 augustus 2014, nr. 201206568/1/R1 over het bestemmingsplan/aanpassingsplan Kazernekwartier in de gemeente Venlo.
De ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen in artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro. Dit artikellid is in werking getreden op 1 oktober 2012. Het onderhavige bestemmingsplan dateert van 25 april 2012, dus van voor de inwerkingtreding van dit artikellid. De gemeenteraad heeft op 29 mei 2013 een aanpassingsplan vastgesteld, dat dateert van na de inwerkingtreding. De vraag was of de ladder onverkort toegepast moest worden of niet. De AbRvS oordeelde dat dit niet het geval is. De in het aanpassingsplan opgenomen ontwikkelingen omvatten niet meer of verschillen niet wezenlijk van de stedelijke ontwikkelingen, die met het oorspronkelijke bestemmingsplan mogelijk zijn gemaakt. Volgens de AbRvS brengt een redelijke wetsuitleg dan met zich dat artikel 3.1.6, tweede lid, van het Bro, niet van toepassing is. Dit laat volgens de AbRvS onverlet dat zich uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening binnen de planperiode van in beginsel tien jaar wel een behoefte aan de voorziene ontwikkelingen moet voordoen.
Het discussie omtrent het al dan niet opnemen van een voorwaardelijke verplichting heeft betrekking op de aanleg van een geluidreducerend wegdek. Voor de aanleg daarvan was geen voorwaardelijke verplichting in het plan opgenomen. De AbRvS oordeelt dat – anders dan de AbRvS voorheen heeft overwogen (onder meer in haar uitspraak van 22 juli 2013 in zaak nr. 201300745/1/R6, maar in overeenstemming met haar uitspraak van 19 februari 2014 in zaak nr. 201306688/1/R6 – hiervoor geen aanleiding bestaat. Omdat de gemeenteraad heeft toegezegd dat deze maatregelen zullen worden getroffen, de gemeente het in haar macht heeft om bedoelde maatregelen te treffen en niet is gebleken van belemmeringen die zich hiertegen verzetten, is de AbRvS van oordeel dat de gemeenteraad in redelijkheid heeft kunnen afzien van het opnemen een voorwaardelijke verplichting.