Skip to main content

Kruimelafwijking wijziging gebruik niet voor nieuwbouw

14 februari 2020

AbRvS 4 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:338, is er een uitspraak waar wij al lange tijd op hebben gewacht en die nu in een kortgesloten voorlopige voorziening is gewezen.

Het gaat in deze zaak om een omgevingsvergunning die is verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan bouwen en gebruiken van een gebouw als bedrijfshallen en zelfstandige kantoorruimte in Oudewater. De bestemming van het perceel is “Bedrijventerrein”. Op het perceel staat een gebouw dat gesloopt zal worden en zal worden vervangen door een nieuw, groter gebouw. De onderste verdieping zal, in overeenstemming met de bestemming, gebruikt worden voor bedrijfsmatige opslag en de eerste verdieping zal gebruikt worden als zelfstandig kantoor. Het bouwplan is om meerdere redenen in strijd met het bestemmingsplan, deels qua functie, het bebouwingspercentage, diverse bouwregels en de parkeerregels uit het bestemmingsplan. Daarvoor is een kruimelafwijking op grond van art. 4 lid 1 en 9 Bijlage II Bor verleend. De dragende overweging is hieronder letterlijk overgenomen.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet op grond van artikel 4, negende lid, van bijlage II van het Bor een vergunning kan worden verleend voor het in afwijking van het bestemmingsplan gebruiken van een gebouw dat niet feitelijk aanwezig en vergund is. In het negende lid staat namelijk dat het afwijkende gebruik alleen vergund mag worden als dat niet gepaard gaat met bouwactiviteiten die ertoe leiden dat de bebouwde oppervlakte en het bouwvolume worden vergroot. In geval van nieuwbouw is dat echter per definitie het geval. Anders dan het college heeft aangevoerd, bestaat er geen aanleiding voor het oordeel dat deze zinsnede uit het negende lid alleen betrekking heeft op het vergroten van bestaande gebouwen en dat daarom het gebruik van te realiseren nieuwe gebouwen op grond van artikel 4, negende lid, van bijlage II van het Bor wel vergund mag worden. Bij haar beoordeling betrekt de voorzieningenrechter ook de Nota van toelichting bij het Bor (Stb. 2014, 333, blz. 54), waarin staat dat het negende lid ziet op de mogelijkheid om aan bestaande gebouwen een andere functie te geven.

Een uitspraak dus die van grote betekenis is voor de dagelijkse praktijk.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Janike