Skip to main content

Kortsluitend past Voorzieningenrechter zelf planregel aan

Op 3 juni 2015 heeft de Voorzieningenrechter van de AbRvS uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening inzake het door de raad van de gemeente Utrecht vastgestelde bestemmingsplan voor Bedrijventerrein Oudenrijn, de Meern (nrs. 201502003/1/R2 en 201502003/2/R2). Een in het plan opgenomen afwijkingsbevoegdheid voor het afwijken van de maximaal toegestane goothoogte is alleen van toepassing op vrijstaande woningen. De Voorzieningenrechter stelt vast dat het bedoeling van de raad is geweest om de bevoegdheid ook van toepassing te laten zijn op twee-onder-een-kap woningen. Onder deze omstandigheden doet de Voorzieningenrechter direct uitspraak in de hoofdzaak en verklaart het beroep gegrond. Daarbij past de Voorzieningenrechter art. 8:72, lid 3, aanhef en onder b van de Awb toe en past zelf de planregel aan; de Voorzieningenrechter bepaalt dat artikel 13, lid 13.4, onder a van de planregels komt te luiden “Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde vermeld in artikel 13.2.1 onder f. voor toegelaten goot- en bouwhoogte tot maximaal 6 meter en respectievelijk 10 meter indien sprake is van een vrijstaande woning of een twee-onder-een-kap woningen indien dit passend is binnen het algehele bebouwingsbeeld”.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique.