In de uitspraak van de AbRvS van 19 november 2014, nr. 201404305/1/R6 richten de beroepschriften zich tegen het volgens appellanten voorziene evenemententerrein in het zogeheten Oeverpark in Rotterdam waaraan de bestemming “Groen” is toegekend. Aangevoerd wordt dat in de plantoelichting is vermeld dat op het desbetreffende terrein in het Oeverpark evenementen mogen plaatsvinden, terwijl artikel 18 van de planregels niet voorziet in een evenemententerrein. Volgens appellanten zijn voorschriften met betrekking tot evenementen, zoals het aantal, aard en omvang van de evenementen, ten onrechte in de planregels achterwege gelaten.
Volgens de raad kunnen in beginsel overal in Rotterdam evenementen worden gehouden. De raad stelt dat het de bedoeling is incidenteel zogenoemde B-evenementen toe te staan op de desbetreffende locatie en dat regulering van deze evenementen plaatsvindt door middel van het evenementenvergunningenbeleid.
De Afdeling overweegt dat uit de planregels volgt dat het gebruik van de betreffende gronden voor evenementen in strijd is met de ter plaatse toegekende bestemming “Groen”. Nu het bestemmingsplan op de desbetreffende gronden in het Oeverpark geen evenementen mogelijk maakt, mist het betoog van appellanten feitelijke grondslag. Bijzonder is dat de Afdeling ter voorlichting van partijen verwijst naar haar uitspraak van 15 oktober 2014 in zaak nr. 201400118/1/A1. In deze uitspraak overweegt de Afdeling dat een bestemmingsplan zich slechts bij wijze van uitzondering niet verzet tegen kortdurend en incidenteel gebruik van een perceel in strijd met het bestemmingsplan.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan.