Skip to main content

Kantoor of bedrijfsgebouw van creatieve functies?

In de uitspraak over een omgevingsvergunning voor een gebouw aan de Rigakade in Amsterdam is het onduidelijk voor welke functie deze omgevingsvergunning is aangevraagd. Een kantoor, of een bedrijfsgebouw voor creatieve functies. Deze laatste functie is toegelaten in het bestemmingsplan, de kantoorfunctie niet. Op het aanvraagformulier is gekozen voor het aanvinken van de functie kantoor omdat het formulier de functie “creatieve functies” niet kende. De aanvraag past volgens de aanvrager (Wiboul) in het bestemmingsplan, zodat niet de uitgebreide procedure maar de reguliere procedure van toepassing is. Wiboul stelt dat het college niet tijdig op haar aanvraag heeft beslist, zodat de gevraagde omgevingsvergunning van rechtswege is verleend.

De Afdeling loopt de wijze van toetsen van een aanvraag in dergelijke gevallen na. Uit de uitspraak van de Afdeling van 12 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY5878, is de aanvraag, met de daarbij horende bouwtekening, bij het beoordelen van het bouwplan leidend. Verder heeft de Afdeling in onder meer de uitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1006, overwogen dat bij de beoordeling van de aanvraag ervan moet worden uitgegaan dat het bouwwerk zal worden gebruikt op de wijze zoals omschreven in de aanvraag, tenzij redelijkerwijs valt aan te nemen dat het bouwwerk uitsluitend of mede voor andere doeleinden zal worden gebruikt. Ook heeft de Afdeling in onder meer de uitspraak van 22 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2779, overwogen dat bij toetsing van een bouwplan aan een bestemmingsplan niet slechts dient te worden bezien of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden gebruikt, maar mede dient te worden beoordeeld of het bouwwerk ook met het oog op zodanig gebruik wordt gebouwd. Dit houdt in dat een bouwwerk in strijd met een bestemming moet worden geoordeeld indien redelijkerwijs valt aan te nemen dat het bouwwerk uitsluitend of mede zal worden gebruikt voor andere doeleinden dan die waarin de bestemming voorziet.

Op basis van de in de aanvraag gegeven omschrijving van het bouwwerk en de bijbehorende tekening moet er in dit geval van worden uitgegaan dat het bouwwerk is aangevraagd en zal worden gebruikt als kantoor. In een groot aantal onderdelen van de aanvraag staat vermeld dat de aanvraag ziet op de bouw van een kantoor. De Afdeling volgt de stelling van het college dat Wiboul op het aanvraagformulier had kunnen vermelden dat de aanvraag ziet op een bedrijfsverzamelgebouw voor creatieve functies of had kunnen verwijzen naar een toelichting waarin dit uitgewerkt is. AbRvS 8 februari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:481.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike