Skip to main content

Kamperen bij de boer

Enkele bewoners van het buitengebied van de gemeente Stichtse Vecht kwamen op tegen het opnieuw positief bestemmen van een minicamping en tegen de planregeling voor kleinschalig kamperen als nevenactiviteit. De Raad van State constateert in zijn uitspraak van 27 september 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2614) dat de minicamping ook in het vorige bestemmingsplan al was toegestaan en wijst nog eens op zijn vaste rechtspraak, namelijk dat de rechtszekerheid vergt dat bestaand legaal gebruik opnieuw positief moet worden bestemd, tenzij dit ‘ vanuit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dermate onaanvaardbaar is dat de betreffende bestemmingen niet kunnen blijven voortbestaan’. Maar het feit dat het aannemelijk is dat de omwonenden enige hinder van de minicamping ondervinden, is onvoldoende om de minicamping weg te bestemmen. Wel mag de raad, zo blijkt uit de uitspraak, in zo’n situatie het gebruik als camping beperken. In dit geval door middel van een planregel, inhoudende dat de camping tussen 1 november en 15 maart niet mag worden gebruikt.

De algemene regeling voor kleinschalig kamperen lijdt wel schipbreuk. De raad had dit in het kader van het streven naar deregulering bij recht toegestaan in plaats van bij omgevingsvergunning. Maar de raad had verzuimd om onderzoek te doen naar de gevolgen voor het woon- en leefklimaat bij een maximale benutting van deze mogelijkheid. Het enkele feit dat de raad verwachtte dat niet alle 88 boerenbedrijven gebruik zouden maken van deze mogelijkheid, was onvoldoende om zulk onderzoek achterwege te laten. Daar kwam bij dat het gemeentelijk Beleidskader kleinschalig kamperen juist maatwerk beoogde bij het al dan niet toestaan van kampeerterreintjes. Ook daarom lag de eis van een omgevingsvergunning meer voor de hand.

Voor meer informatie over deze uitspraken kunt u contact opnemen met Jan