Op 10 oktober 2016 is aan appellant, eigenaar van een melkveehouderij te Nuth, een Wnb-vergunning verleend voor het wijzigen en exploiteren van die melkveehouderij. Deze vergunning is ingetrokken omdat appellant volgens GS Limburg ten tijde van het aanvragen en verlenen van de Wnb-vergunning niet langer beschikte over bestaande rechten voor deze melkveehouderij. De pachter – tevens de drijver van de inrichting – had namelijk al in 2013 een (geheime!) overeenkomst met de provincie gesloten. Daarin was bepaald dat het exploiteren van de melkveehouderij op deze locatie zou worden beëindigen ten behoeve van de extra stikstofdepositie afkomstig van de Buitenring Park Limburg. Er is met andere woorden extern gesaldeerd. De intrekking van de vergunning wordt gegrond op artikel 5.4, eerste lid, aanhef en respectievelijk onder b (de b-grond) en onder c (de c-grond) van de Wnb. De Afdeling is op 26 oktober 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:3074) van oordeel dat deze bepaling niet ten grondslag kan worden gelegd aan de intrekking. Appellant was immers niet op de hoogte van het bestaan van de geheime overeenkomst ten tijde van het indienen van zijn aanvraag en heeft dus ook geen bewust onjuiste/ onvolledige gegevens verstrekt over de referentiesituatie. De Afdeling overweegt dat het bestreden besluit onrechtmatig is. Desalniettemin laat de Afdeling de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand. De reden hiervoor is dat de vernietiging van het besluit tot intrekking leidt tot een situatie waarin de stikstofdepositie als gevolg van de BPL in stand blijft, terwijl de stikstofdepositie als gevolg van de veehouderij van appellant kan worden hervat. Daardoor zal de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden toenemen tot maximaal een dubbele hoeveelheid, terwijl reeds sprake is van een overbelaste situatie. De Afdeling acht, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden van deze zaak, het voorkomen van een dergelijke toename van stikstofdepositie in een reeds overbelaste situatie een zodanig zwaarwegend maatschappelijk belang dat die keuze gerechtvaardigd is; dit belang beoogde het college overigens ook met de intrekking te dienen.
Voor meer informatie over deze zaak kunt u contact opnemen met Eelco