In de uitspraak van de AbRvS van 14 januari 2015, nr. 201401826/1/A1, staan een last onder dwangsom en daarop gebaseerde invorderingsbeschikkingen ter discussie. Voor wat betreft de invorderingsbeschikkingen bevat de uitspraak een interessante overweging.
Hangende het bezwaar tegen het dwangsombesluit had de Voorzieningenrechter dat besluit geschorst ‘tot zes weken nadat op het bezwaar is beslist’. De beslissing op bezwaar werd door het college genomen op 17 december 2013, maar aan de overtreder bekendgemaakt op 21 december 2013. De vraag rees in deze procedure of de begunstigingstermijn nu op basis van de uitspraak van de Voorzieningenrechter weer was gaan lopen op 17 of op 21 december 2013. Het college was uitgegaan van 17 december 2013, en meende dat daarmee op 29 januari 2014 een dwangsom was gebeurd. De overtreder stelde zich op het standpunt dat het nemen van een beslissing als bedoeld in de uitspraak tegen de achtergrond van de inwerkingtredingsbepalingen uit de Awb zo moet worden begrepen, dat de beslissing ook aan de overtreder bekend had moeten zijn gemaakt.
De Afdeling volgt de redenering van het college, en lijkt daarmee te kiezen voor een uitleg naar de letter van de uitspraak van de Voorzieningenrechter.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique.