Hanteren van strengere normen voor Natura 2000 gebied dan op basis van Wnb
8 januari 2021
In de uitspraak van de AbRvS van 23 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3071 wil appellante industriezand gaan produceren uit specie, dat wordt gewonnen in het IJsselmeer. De projectlocatie is ongeveer 250 ha groot en ligt bijna geheel in het Natura 2000-gebied “IJsselmeer”. Appellant komt op tegen de weigering van de raad om het bestemmingsplan vast te stellen.
De raad stelt dat appellant geen procesbelang meer heeft bij de uitkomst van de beroepsprocedure omdat het ontwerpbestemmingsplan berust op het PAS. De Afdeling stelt vast dat aan de weigering geen motivering ten grondslag is gelegd die betrekking heeft op stikstofeffecten. Gelet op de uitspraak van de Afdeling van 29 mei 2019 zou een vernietiging van de weigering tot gevolg hebben dat nader onderzoek moet worden verricht naar de stikstofeffecten van het project. Dit laat onverlet dat alsnog, al dan niet in een nieuwe bestemmingsplanprocedure, met onderzoeken zou kunnen worden aangetoond dat de stikstofeffecten van het project geen belemmering vormen voor de realisatie daarvan. Gelet hierop en met het oog op finale geschillenbeslechting heeft Smals er belang bij om te weten of de motivering die de raad aan zijn weigering ten grondslag heeft gelegd, standhoudt.
Inhoudelijk overweegt de Afdeling dat in het milieueffectrapport staat dat de zandwinning negatief scoort op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied. Verder blijkt uit de passende beoordeling dat de zandwinning negatieve gevolgen heeft voor onder meer het foerageer- en rustgebied van vogels. Dit is tussen partijen niet in geschil. Het betoog van appellant dat de raad alleen had mogen weigeren om het plan vast te stellen als vast zou komen te staan dat de zandwinning zou leiden tot significant negatieve effecten, volgt de Afdeling niet. De Afdeling is van oordeel dat de raad het plan vanwege de negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied, ook al zouden die niet significant zijn, in strijd met een goede ruimtelijke ordening heeft kunnen achten. Dat kan worden voldaan aan de Wnb betekent niet dat de ontwikkeling niet leidt tot een aantasting van natuurwaarden in het Natura 2000-gebied. Het bestuursorgaan mag andere, strengere, normen hanteren, mits deugdelijk onderbouwd. De Afdeling is van oordeel dat de raad de gestelde aantasting voldoende heeft onderbouwd. Hierbij komt dat in het beleid van de gemeente De Fryske Marren is vastgelegd dat de raad zich het belang bij behoud en ontwikkeling van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied “IJsselmeer” in het bijzonder aantrekt.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan