De uitspraak van de AbRvS d.d. 29 oktober 2014, nr. 201307452/1/A1 biedt weer eens een zeldzaam voorbeeld van een uitspraak waarin de Afdeling tot oordeel komt dat handhavend optreden onevenredig is. De zaak heeft betrekking op een zijmuur van een woning die in afwijking van de verleende omgevingsvergunning 15 centimeter te dicht op het perceel van de buren is geplaatst. Handhaven zou met zich brengen dat de hele zijmuur zou moeten worden afgebroken. De Afdeling stelt verder vast dat de gestelde klachten van de buren, stank- en geluidsoverlast, inbreuk op privacy en waardedaling van de woning, zich evenzeer zouden voordoen als de zijmuur wel op de goede plaats zou zijn geplaatst. De Afdeling kent daarnaast betekenis toe aan de mededeling dat het gemeentebestuur de afwijking van de vergunning wenst te legaliseren in een volgend bestemmingsplan. Al deze omstandigheden samen maken wat de Afdeling betreft dat handhavend optreden onevenredig is.