Skip to main content

Handhaving met het oog op de toekomst

Uit een uitspraak van de AbRvS van 22 april 2015, nr. 201407512/1/A1, blijkt dat handhavend optreden niet altijd vlekkeloos gaat. In dit geval ging het om het, op straffe van twee dwangsommen, staken en gestaakt houden van huskyexpedities vanaf een perceel én om het verwijderen en verwijderd houden van de zich op dat perceel bevindende tenten. Vaststaat dat deze activiteiten als overtredingen moesten worden aangemerkt.

In hoger beroep voert appellant ten aanzien van de tenten aan dat hij deze al vóór oplegging van de last had verwijderd en dat het college daarom niet bevoegd was tot handhaving. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank dit inderdaad ten onrechte niet heeft onderkend. Het college was daarmee in zoverre niet bevoegd tot handhaving.

Maar het college was wat de Afdeling betreft wél bevoegd om de last op te leggen voor zover de tenten verwijderd moesten blijven. De Afdeling oordeelt daarover dat nu de tenten relatief gemakkelijk zijn terug te plaatsen, de last – voor zover deze ziet op het verwijderd houden van de tenten – het doel dient dat de overtreding beëindigd blijft. In zoverre was het college wel bevoegd tot handhaving. Het besluit tot oplegging van deze last wordt door de Afdeling dan ook slechts deels vernietigd.

Tot slot is nog interessant om op te merken dat het college ook de begunstigingstermijn inzake het organiseren van de huskyexpedities niet op de juiste wijze heeft verlengd, namelijk nadat deze termijn al was verstreken. De Afdeling oordeelt onder verwijzing naar vaste rechtspraak nog eens dat het niet mogelijk is om een al verstreken begunstigingstermijn te verlengen.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique.