Geurhinder van een pluimveehouderij: waar liggen de emissiepunten?
1 mei 2020
In zijn uitspraak van 29 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1146) geeft de Raad van State in hoger beroep een oordeel over de vraag waar de emissiepunten van een pluimveehouderij liggen. Omwonenden hadden bij de rechtbank betoogd dat de uitmondingen van de ventilatoren van drie pluimveestallen niet als emissiepunten mochten worden beschouwd, omdat de uitmondingen van een omkasting waren voorzien. Volgens hen moest daarom de bovenkant van de omkasting die ca. 2.2m hoger lag, worden aangemerkt als emissiepunt. De Raad van State is het hiermee eens.
Pas als de stallucht de omkasting verlaat, zo oordeelt de Raad, wordt de geur buiten het dierenverblijf gebracht. Voor de berekening van de geurhinder zijn de precieze positie en de vormgeving van de emissiepunten zoals bekend van veel belang. Parameters als de hoogte en de diameter van de emissiepunten en de uittreesnelheid van de lucht bepalen de geurhinder en daarmee de vraag of aan de geldende geurnormen kan worden voldaan. Omdat burgemeester en wethouders ten onrechte waren uitgegaan van de uitmonding van de ventilatoren in plaats van de bovenzijde van de omkasting sneuvelt de omgevingsvergunning.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Jan