In de uitspraak van de AbRvS van 4 maart 2015, nr. 201403328/1/A1 speelt een discussie over de vraag of een besluit van het college van de gemeente Rotterdam voor het plaatsen van windturbines goed is gepubliceerd. Het gaat om een besluit dat met de zogenaamde uitgebreide voorbereidingsprocedure tot stand is gekomen. Van de terinzagelegging van het ontwerp van dit besluit is kennis gegeven in het huis-aan-huisblad, de “Stadskrant” en de Staatscourant. Daarnaast is de kennisgeving opgenomen op de website van de gemeente Rotterdam. De verlening van het besluit is gepubliceerd in de “Stadskrant”, de Staatscourant en op de website van de gemeente Rotterdam. Een aantal belanghebbenden (bewoners in een andere gemeente) hebben de Stadskrant niet ontvangen en hebben geen zienswijzen en te laat beroep ingediend. Zij stellen dat de publicatie in de Stadskrant hen niet kon bereiken omdat deze niet in hun gemeente wordt bezorgd en dat daardoor de termijn voor het indienen van een beroepschrift niet is aangevangen.
De Afdeling overweegt dat het college een zekere vrijheid toekomt bij het bepalen in welke huis-aan-huisbladen een kennisgeving van een besluit wordt opgenomen, mits een geschikte wijze van kennisgeving van het ontwerpbesluit plaatsvindt. Daarbij geldt als voorwaarde dat de kennisgeving daadwerkelijk al diegenen kan bereiken die naar verwachting bedenkingen kunnen hebben tegen het ontwerpbesluit. Het ambtsgebied van de betreffende gemeente is daarbij geen criterium. Het besluit en het ontwerp-besluit zijn daarom niet op een juiste wijze, als bedoeld in artikel 3:12, eerste lid Awb, kennis gegeven.
De Afdeling vervolgt dat de gemeente Rotterdam ten tijde van de mededeling van het besluit geen verordening had vastgesteld waardoor de electronische bekendmaking volstond. Daarom had het college op ten minste één niet-elektronische, geschikte wijze kennis moeten geven van het besluit.
Deze uitspraak wijkt af van de lijn die de Afdeling trekt bij kennisgevingen van bestemmingsplannen (zie bv AbRvS 23 april 2014, nr. 201304503/1/R1). Uit die uitspraak volgt dat de Afdeling geen consequenties verbindt aan het kennis geven van een ontwerpbestemmingsplan in een huis-aan-huisblad dat niet verspreid wordt in de naburige gemeente waar de gevolgen van ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, merkbaar kunnen zijn. Dit verschil wordt volgens de Afdeling gerechtvaardigd door de aard van de besluiten die met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Awb worden voorbereid en het belang van de rechtszekerheid die vereist dat vaststaat op welk tijdstip een bestemmingsplan in werking is getreden.
De Afdeling komt tot de conclusie dat het beroepschrift van de bewoners uit de aangrenzende gemeente ontvankelijk is.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike.