AbRvS 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:105, brengt op zich niet veel nieuws maar is toch lezenswaardig. De gemeenteraad van Hulst stelt een bestemmingsplan vast. In een tussenuitspraak had de Afdeling geoordeeld dat met de toevoeging van de landschappelijke onderbouwing de plantoelichting in overeenstemming is gebracht met de Verordening ruimte provincie Zeeland. In een einduitspraak kan, behoudens zeer uitzonderlijke gevallen, niet worden teruggekomen van in een tussenuitspraak gegeven oordelen. De Afdeling ziet in het aangevoerde hieromtrent geen grond om terug te komen van haar oordeel in de tussenuitspraak over dit aspect.
De Afdeling overweegt verder dat appellant zijn beroepsgronden thans uitbreidt met nieuwe, niet eerder aangedragen beroepsgronden. Gelet op het belang van een efficiënte geschilbeslechting alsmede de rechtszekerheid van de andere partijen, kan in het licht van de goede procesorde niet worden aanvaard dat na de tussenuitspraak nieuwe beroepsgronden worden aangevoerd die reeds tegen het oorspronkelijke besluit naar voren hadden kunnen worden gebracht. Dit betekent dat hetgeen appellant in dit opzicht aanvoert, buiten inhoudelijke bespreking blijft.
Tot slot vreest appellant dat onvoldoende is verzekerd dat de met het plan mogelijk gemaakte woning aan de redelijke eisen van welstand zal voldoen. In een bestemmingsplan kunnen evenwel in beginsel geen welstandsnormen worden opgenomen, omdat die niet strekken ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, aldus de Afdeling. De Afdeling ziet in dit geval geen aanleiding voor het oordeel dat het opnemen van welstandsnormen uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk is.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob