In de uitspraak van 14 oktober 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2441) wordt een weigeringsbesluit van het college van Zaanstad beoordeeld. Voor het perceel zijn verschillende bouwplannen ingediend, die elkaar gedeeltelijk overlappen en uitsluiten. Uit het proces-verbaal van de zitting bij de rechtbank blijkt dat de rechtbank dit aan de orde heeft gesteld en dat appellant heeft verklaard dat het bouwplan waarvoor de aanvraag is geweigerd, niet meer zal worden gerealiseerd. Bij de Raad van State heeft appellant een vergelijkbaar standpunt ingenomen en gemeld dat een nieuwe aanvraag voor dit bouwdeel zal worden ingediend. Daaruit trekt de Afdeling de conclusie dat appellant niet de intentie heeft om het bouwplan zoals dat is aangevraagd uit te voeren. De Afdeling stelt derhalve vast dat appellant geen procesbelang heeft. Er kan ook een procesbelang voortvloeien uit de stelling dat schade is geleden als gevolg van de bestuursrechtelijke besluitvorming, maar deze schade is gesteld noch gebleken.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike