Skip to main content

Geen planschade voor woonschepen

14 mei 2021

Niet nieuw, maar wel goed om in herinnering te brengen. De eigenaar van twee woonschepen heeft het college van B&W van Amsterdam verzocht om een tegemoetkoming in de planschade. Op grond van artikel 6.1 van de Wro kan alleen een tegemoetkoming worden verstrekt voor waardevermindering van onroerende zaken. De AbRvS concludeert dat woonschepen geen onroerende zaken zijn, omdat ze niet duurzaam met de grond of oever zijn verenigd. Het gegeven dat woonschepen sinds de inwerkingtreding van de ‘Wet verduidelijking voorschriften woonboten’ worden aangemerkt als bouwwerk in de zin van de Wabo doet daaraan niet af. In dit geval is een verzoek om planschade op grond van de Wro aan de orde en geen aanvraag op grond van de Wabo.

De eigenaar van de woonschepen stelt verder dat hij door verjaring eigenaar is geworden van de (onroerende) oever en dat het verzoek om planschade ook daarop betrekking heeft. Het college van B&W betwist dat de eigenaar van de woonschepen door verjaring eigenaar is geworden van de oever. De AbRvS overweegt dat een oordeel over de vraag of de eigenaar van de woonschepen door verjaring eigenaar is geworden van de oever is voorbehouden aan de civiele rechter. Zolang er geen oordeel van de civiele rechter is, mocht het college van B&W de eventuele waardevermindering van de oever buiten de beoordeling laten. AbRvS 12 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:990

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke