Skip to main content

Geen geluidsgevoelig object, maar geluidsonderzoek vereist. Relativiteitsvereiste ten onrechte tegengeworpen in de zienswijzeprocedure

19 maart 2021

AbRvS 17 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:585. De raad van de gemeente Maasgouw heeft bij besluit van 6 juni 2019 het bestemmingsplan “Schippersdock Wessem” vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een jachthaven met bijbehorende voorzieningen op het adres Schippersveld 3 in Wessem.

Filcom is een zandveredelingsbedrijf dat een vestiging heeft naast het plangebied. Filcom stelt onder andere dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen van geluidsemissie van Filcom voor de ligplaatsen en de horeca- en evenementenfunctie en verder dat het plan economisch niet uitvoerbaar is. Volgens Filcom heeft de raad in de nota van zienswijze ten onrechte heeft overwogen dat dit laatste bezwaar afstuit op het relativiteitsvereiste, omdat het relativiteitsvereiste alleen van toepassing is in beroepsprocedures.

Volgens de Afdeling is niet in geschil dat de tijdelijke ligplaatsen geen geluidsgevoelige objecten zijn in de zin van de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer en in zoverre niet worden beschermd. Wel moet binnen het kader van een goede ruimtelijke ordening rekening worden gehouden met de geluidsbelasting op de omgeving. Vanwege het ontbreken van representatief onderzoek naar de geluidswaarden ter hoogte van de jachthaven is het besluit naar het oordeel van de Afdeling op dit punt niet zorgvuldig voorbereid. Verder is volgens de Afdeling (zie onder andere de uitspraken van 11 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2706 en 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2286) artikel 8:69a van de Awb gericht tot de bestuursrechter en van toepassing op de fasen van beroep en hoger beroep. Het relativiteitsvereiste is in de bestuurlijke besluitvorming – zoals de zienswijzenfase, de bezwaarfase of de fase van administratief beroep – niet van toepassing. Omdat de raad het relativiteitsvereiste in de zienswijzeprocedure heeft tegengeworpen, is hij ten onrechte niet inhoudelijk op het bezwaar ingegaan. De Afdeling ziet echter aanleiding om de rechtsgevolgen van het besluit in stand te laten omdat de raad alsnog een inhoudelijke reactie heeft gegeven naar aanleiding van de zienswijze.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob