Skip to main content

Forum Rosmalen, belanghebbenden, proceseconomie en staatsteun

Allereerst heeft de rechtbank niet de ontvankelijkheid van alle partijen vergaand beoordeeld. Dit vanwege proceseconomische redenen en door partijen gelijkluidende beroepen zijn ingediend. De rechtbank verwijst daarbij naar een uitspraak van de Afdeling van 16 september 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2938. De Afdeling laat in het midden of de rechtbank hier een juiste beslissing heeft genomen, motiveert inhoudelijk, maar maakt vervolgens in r.o. 3.3 wel een globale afweging. Voldoende voor het aannemen van belanghebbendheid in dit geval is volgens de Afdeling dat nagenoeg alle (rechts)personen zakelijk gerechtigden zijn met betrekking tot onroerende zaken in het noordelijke deel van het centrum van Rosmalen. Daarbij is niet uitgesloten dat de verhuurbaarheid van de panden van deze partijen nadelig wordt beïnvloed door het project.

Appellanten voeren inhoudelijk aan dat het project niet financieel uitvoerbaar is zonder ontoelaatbare staatssteun en dat de ruimtelijke onderbouwing op dit punt niet voldoet aan artikel 3.1.6, eerste lid, aanhef en onder f, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro). De Afdeling verwijst naar haar uitspraak van 21 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3386, en overweegt dat een plan alleen vanwege het schenden van het verbod op staatsteun niet uitvoerbaar is indien, indien aannemelijk wordt gemaakt dat staatssteun kan worden teruggevorderd én het project niet kan worden uitgevoerd zonder dat ongeoorloofde staatssteun wordt verleend. Daarbij moet ook worden betrokken of het plan indien dat door een ander partij al dan niet in aangepaste vorm wel had kunnen worden uitgevoerd.

Tot slot zijn de overwegingen over de ladder voor duurzame verstedelijking nu het plan voorziet in uitbreiding van detailhandel in Rosmalen, opgenomen in r.o. 8.4 lezenswaardig maar niet nieuw. Vandaar dat alleen met deze signalering wordt volstaan.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike