De uitspraak van de AbRvS d.d. 26 november 2014, nr. 201404006/1/A1 heeft betrekking op een last onder dwangsom in verband met (onder andere) het in strijd met het bestemmingsplan bewonen van een bedrijfspand. De last is opgelegd aan de Stichting Ital Bijzondere Voertuigen, en aan de bestuurder van die Stichting. Die bestuurder betoogt dat de last niet (ook) aan hem kon worden opgelegd.
Appellant was als gezegd bestuurder van de Stichting, en ook eigenaar van het pand. De Stichting heeft het vruchtgebruik. Appellant heeft opdracht gegeven tot het aanbrengen van de voorzieningen in het pand. Hij heeft de werklieden die de voorzieningen hebben aangebracht geïnstrueerd, en heeft, in zijn hoedanigheid van bestuurder van de Stichting, de benodigde bouwmaterialen gekocht. Hieruit volgt volgens de Afdeling dat appellant degene is geweest die feitelijk leiding heeft gegeven aan en de zeggenschap heeft gehad over de werkzaamheden. De Afdeling wijst erop dat volgens vaste jurisprudentie (bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling d.d. 2 mei 2007, nr. 200606567/2) niet alleen aan de rechtspersoon, maar tevens aan degene die feitelijk leiding geeft aan de verboden gedraging een last onder dwangsom kan worden opgelegd. Onder de gegeven omstandigheden kon volgens de Afdeling ook aan appellant een last worden.