Skip to main content

Elektronisch aanleveren van ontbrekende stukken: aanvang termijn?

In de uitspraak van de AbRvS van 11 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2758 speelt de vraag of een vergunning van rechtswege is verleend. Het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland heeft op 12 augustus 2015 geweigerd een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van het pand als woning en pension.

De aanvraag voor deze vergunning was onvolledig en dus heeft het college de aanvrager in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 14 juli 2015 een aantal ontbrekende gegevens in te dienen.

Op de site van de gemeente Schouwen-Duiveland is een proclaimer geplaatst waarin is vermeld dat berichten verzonden aan het algemene e-mailadres gemeente@schouwen-duiveland.nl of via het contactformulier als poststuk wordt behandeld. E-mail gericht aan persoonlijke e-mailadressen van bestuurders of medewerkers van de gemeente wordt niet als officieel poststuk behandeld. Deze mededeling kan worden aangemerkt als het stellen van nadere eisen als bedoeld in artikel 2:15 van de Awb.

De aanvrager heeft de ontbrekende gegevens op 26 juni 2015 naar het e-mailadres van de behandelend ambtenaar gestuurd, die de mail op dezelfde dag heeft doorgezonden naar het e-mailadres dat de gemeente voor het indienen van stukken heeft voorgeschreven (gemeente@schouwen-duivenland.nl). De postkamer heeft het e-mailbericht veel later, pas op 30 juni 2015, verwerkt. Vervolgens heeft het college op 4 augustus 2015 meegedeeld dat de aanvraag compleet en ontvankelijk is. In art. 2.17 lid 2 Awb is bepaald dat het tijdstip waarop een bericht door een bestuursorgaan elektronisch is ontvangen, het tijdstip is waarop het bericht zijn systeem voor gegevensverwerking heeft bereikt. De Afdeling concludeert dat het e-mailbericht van aanvrager het systeem van gegevensverwerking van het college op 26 juni 2015 heeft bereikt (het moment waarop de e-mail is ontvangen door het voorgeschreven e-mailadres). Daarmee staat vast dat het college te laat heeft besloten op de aanvraag, is een vergunning van rechtswege ontstaan en was het college niet bevoegd om alsnog op de aanvraag te besluiten.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike