Skip to main content

Eigenaar: overtreder: in geval overtreding door huurder?

Op 23 september 2015 deed de AbRvS uitspraken in twee verschillende handhavingszaken waarin dezelfde vraag aan orde is, namelijk de vraag of de verhuurder van een pand, waarin een overtreding is geconstateerd, als overtreder kan worden aangemerkt.

Één van de uitspraken, nr. ECLI:NL:RVS:2015:2969 betrof een vaker voorkomende situatie waarin de verhuurder van een woning waarin een hennepkwekerij werd aangetroffen, kon worden aangemerkt als overtreder van de Woningwet nu hij van de hennepkwekerij op de hoogte had kunnen zijn. De Afdeling overweegt daarbij dat van de eigenaar van een pand die dat verhuurt mag worden gevergd dat hij zich tot op zekere hoogte informeert over het gebruik dat van het door hem verhuurde pand wordt gemaakt en dat de eigenaar aannemelijk moet maken dat hij niet wist en niet kon weten dat het pand aldus werd gebruikt. In dit geval had de verhuurder als gezegd volgens de Afdeling op de hoogte kunnen zijn, zodat de hennepkwekerij met spoedeisende bestuursdwang kon worden ontmanteld.

In de andere uitspraak, nr. ECLI:NL:RVS:2015:2970 ging het om de verhuur van een pand als logiesverblijf, terwijl daarvoor geen passende omgevingsvergunning was verleend en dit gebruik bovendien in strijd was met de voor een hotelgebouw geldende brandveiligheidsvoorschriften. Vaststond dat daardoor een vlucht- en brandonveilige situatie bestond. De vraag was ook hier of de eigenaar als overtreder van deze overtreding kon worden gezien. De Afdeling volgt haar standaardoverweging dat niet alleen degene die de overtreding fysiek begaat, maar ook degene aan wie de overtreding kan worden toegerekend als overtreder kan worden aangemerkt. En ook in deze uitspraak overweegt de Afdeling dat Van de eigenaar van een pand die dat verhuurt mag worden gevergd dat hij zich tot op zekere hoogte informeert over het gebruik dat van het door hem verhuurde pand wordt gemaakt en dat het aan de eigenaar is om aannemelijk te maken dat hij niet wist en niet kon weten dat het pand aldus werd gebruikt.

De eigenaar van het logiesverblijf stelt dat hij niet als overtreder kon worden aangemerkt, omdat hij niet wist en ook niet kon weten wat er met zijn pand gebeurde. Hij voert aan dat hij meerdere onroerende zaken in eigendom heeft, op 150 kilometer van het pand woont en hij gewoonlijk pas na klachten van omwonenden reageert. De Afdeling gaat hier niet in mee. De volgende factoren zijn daarbij van belang: (1) als iemand meerdere panden in eigendom heeft voor beleggingsdoeleinden, dan dient hij het gebruik van het pand regelmatig te controleren, (2) verhuurder heeft niet aannemelijk gemaakt dat en hoe hij toezicht op het gebruik van het pand heeft uitgeoefend, (3) verhuurder was er al op gewezen dat het pand niet als hotel mocht worden gebruikt, (4) dat verhuurder op 150 kilometer afstand woont en dat hij geen klachten van omwonenden heeft gehad, is niet relevant, en (5) het recht op privacy van de huurder hoeft niet in de weg te staan aan de verantwoordelijkheid van verhuurder om zich over het gebruik van het pand te informeren.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique