In de uitspraak van 25 juni 2014, nr. 201307606/1/R2 heeft de Afdeling zich eindelijk uitgesproken over de vraag wiens belangen worden geraakt door de financiële uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan.
De Afdeling overweegt dat artikel 3.1.6, eerste lid, aanhef en onder f, van het Bro er mede toe strekt om te voorkomen dat belanghebbenden worden geconfronteerd met de nadelige ruimtelijke gevolgen van een bestemming die niet uitvoerbaar is. Dit artikel is bedoeld om het bij het daadwerkelijk realiseren van de bestemming betrokken belang te beschermen, waaronder in ieder geval begrepen dat van grondeigenaren en grondgebruikers in en om het plangebied. De belangen van een concurrent die op 900 meter afstand van het plangebied is gevestigd, vallen daar niet onder.