Het gebeurt niet zo heel vaak dat de Afdeling de weigering van een gemeenteraad om een bestemmingsplan vast te stellen vernietigt. Alleen al daarom is de uitspraak van de Afdeling van 15 februari 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:418) de moeite van het signaleren waard. Enkele grondeigenaren wilden 18 woningen bouwen op hun percelen en verzochten daarom de raad van Nieuwegein om de geldende bestemming ‘groenvoorzieningen’ te wijzigen ten behoeve van de voorgenomen woningbouw. Burgemeester en wethouders stelden de raad voor om hiermee in te stemmen. Maar de raad weigerde en wees het verzoek om vaststelling van het bestemmingsplan af. Volgens de raad zou woningbouw in strijd zijn met de gemeentelijke structuurvisie. De betrokken percelen zouden daarin namelijk zijn aangewezen als ontwikkelingsgebied voor de publieke ruimte. Ter zitting bleek echter dat de eigenaren hierbij terecht vraagtekens hadden gezet. De raad moest namelijk ten overstaan van de Afdeling erkennen dat de structuurvisie voor wat betreft de aan de orde zijnde percelen voor meerdere uitleg vatbaar was. Het standpunt van de gemeenteraad dat de bouwplannen in strijd zijn met de structuurvisie sneuvelt daarom wegens een ondeugdelijke motivering.
In veel gevallen kenmerken structuurvisies zich door een betrekkelijk vaag karakter. Dat is begrijpelijk, zeker ook als structuurvisies een looptijd van enkele decennia hebben (de Nieuwegeinse visie was in 2010 vastgesteld en blikte vooruit naar 2030). Maar het zorgt er ook voor – en dat laat deze uitspraak goed zien- dat zulke structuurvisies soms minder geschikt zijn om te worden gebruikt als (enige) motivering voor een weigering om planologische medewerking te verlenen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Jan