Skip to main content

Coördinatieprocedure van toepassing hoewel besluiten niet gelijktijdig voorbereid

23 april 2021

De uitspraak van AbRvS 21 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:857, ziet op een gecoördineerde besluitvorming met betrekking tot het realiseren van een windpark. Kern van de coördinatieregeling is dat de voorbereiding en bekendmaking van de verschillende voor een bepaald project benodigde vergunningen, ontheffingen, andere toestemmingen gelijktijdig plaatsvindt, gelijktijdig ter inzage gelegd en gelijktijdig bekend worden gemaakt. De gelijktijdige procedure gaat in deze zaak niet goed.

De raad heeft bij het besluit van 27 juni 2019 besloten een gemeentelijke coördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.30 lid 1 Wro toe te passen voor de ontwikkeling van Windpark Veghel Win(t)d. In het raadsbesluit staat dat naast de aanvraag de omgevingsvergunning voor de activiteiten ‘afwijken’, ‘bouwen’, ‘aanleg’ en ‘milieu’ ook enkele andere vergunningen en ontheffingen worden gecoördineerd, waaronder een ontheffing op grond van de Wnb.

Het college van burgemeester en wethouders van Meierijstad aan Veghel Win(d)t B.V. heeft op 8 november 2019 een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van 4 windturbines. De aanvraag voor een ontheffing van de Wnb is op 5 juni 2019 bij gedeputeerde staten van Noord-Brabant ingediend. Op 28 augustus 2020 hebben gedeputeerde staten besloten de gevraagde ontheffing te verlenen. De besluiten van 8 november 2019 en 28 augustus 2020 zijn niet gelijktijdig voorbereid of bekendgemaakt.

De Afdeling is desondanks van mening dat de raad de coördinatieregeling van toepassing heeft kunnen verklaren, omdat in het voorstel van 28 mei 2019 melding is gemaakt van de voor de realisatie van de windturbines noodzakelijke ontheffing van de Wnb. Gelet op deze omstandigheid is de coördinatieregeling juist toegepast en acht de Afdeling zich bevoegd kennis te nemen van het beroep tegen het besluit van 8 november 2019. Tot een vergelijkbaar oordeel kwam de Afdeling ook in de uitspraken van 13 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:294 en ECLI:NL:RVS:2019:295).

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike