Skip to main content

Concurrent als belanghebbende

De uitspraak van de AbRvS, 21 december 2016, nr. ECLI:NL:RVS:2016:3395, gaat over de vestiging van een wereldrestaurant. Een vastgoedeigenaar in de gemeente Emmen, SynVest, maakt bezwaar tegen de verleende kruimelafwijking en stelt dat hij belanghebbend is vanwege concurrentiebelangen. SynVest is eigenaar van een pand op ongeveer 500 m afstand. SynVest wil daar ook een wereldrestaurant beginnen en heeft een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend. Volgens de Afdeling is SynVest om die reden als belanghebbende aan te merken. Het feit dat nog niet is begonnen met de uitvoering van haar voornemens doet daar niet aan af, nu uit eerdere uitspraken volgt dat ook potentiële concurrenten belanghebbend kunnen zijn indien de plannen concreet zijn en is begonnen met de uitvoering daarvan.

Een ander vermeldenswaardig aspect van deze uitspraak vormt de wijze van afdoening van dit geschil. Duidelijk is dat het college niet bevoegd was om de omgevingsvergunning voor een kruimelafwijking als bedoeld in art. 4 lid 9 bijlage II Bor (oud) te verlenen omdat het restaurant groter is dan de in dat artikel genoemde oppervlakte van 1.500 m². Om die reden wordt het besluit vernietigd. Echter, de Afdeling bepaalt dat de rechtsgevolgen in stand blijven. Indien onder het nieuwe Bor een identieke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het wereldrestaurant zou worden ingediend, zou het college wel bevoegd zijn om een omgevingsvergunning te verlenen. Immers onder het nieuwe Bor, is de beperking in de oppervlakte vervallen. Het college heeft ter zitting gesteld dat bij een dergelijke aanvraag de omgevingsvergunning zal worden verleend. Bovendien zijn de aangevoerde inhoudelijke gronden tegen het besluit ongegrond. Dat is volgens de Afdeling voldoende voor het in stand houden van de rechtsgevolgen. Ondanks de procesefficiency, is dit een vergaande uitspraak.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike