Skip to main content

Brancheringsmaatregel niet in strijd met Dienstenrichtlijn

AbRvS 22 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1143. Bij besluit van 20 april 2021 heeft de raad van Maastricht het verzoek van appellante om herziening van het bestemmingsplan “Maastricht-West” wat betreft het perceel [locatie] afgewezen. In dit bestemmingsplan is aan het perceel de bestemming “Gemengd” met onder meer de aanduiding “specifieke vorm van detailhandel – meubelzaak” toegekend. Op grond van de planvoorschriften is detailhandel in volumineuze goederen toegestaan, zij het dat de voorziene detailhandel daarbij is beperkt tot meubels.

Appellante betoogt dat de brancheringsregeling niet evenredig is en derhalve niet voldoet aan de voorwaarde als bedoeld in artikel 15, derde lid, onder c, van de Dienstenrichtlijn.

Volgens de Afdeling moet worden beoordeeld of in dit geval is voldaan aan de voorwaarde dat de planregel geschikt moet zijn om het met de branchering nagestreefde doel te bereiken, niet verder gaat dan nodig is om dat doel te bereiken en dat doel niet met andere, minder ingrijpende maatregelen kan worden bereikt. Volgens de Afdeling heeft appellante geen concrete argumenten aangereikt waaruit blijkt dat geen sprake is van coherente en systematische maatregelen. Verder heeft de raad, onder verwijzing naar het BRO advies van 9 maart 2021, aannemelijk gemaakt dat zijn besluit om niet mee te werken aan een herziening van het planologisch regime voor het perceel [locatie] door alsnog de vestiging van andersoortige detailhandel mogelijk te maken, binnen het hele pakket aan maatregelen ter versterking van de hoofdstructuur een zinvolle bijdrage levert. De Afdeling ziet tot slot geen aanleiding voor het oordeel dat de raad met de gekozen maatregel ten aanzien van het perceel [locatie] verder is gegaan dan nodig om de algemene doelen te bereiken.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Rob