Skip to main content

Bestuurlijke lus door raad van Ameland

29 augustus 2017
Als het gaat om de bestuurlijke lus bestaat er een belangrijk verschil tussen beroep in eerste aanleg en beroep in hoogste of enige aanleg. Als de rechtbank (in eerste aanleg) het bestuur de gelegenheid geeft om een geconstateerd gebrek te herstellen, kan het bestuur besluiten om daarvan geen gebruik te maken (art. 8:51b, lid 1), bijvoorbeeld omdat het de voorkeur geeft aan hoger beroep boven herstel. Maar als de hoogste rechter de bestuurlijke lus wil toepassen, is die vrijheid er niet. Het bestuur is dan verplicht om de geconstateerde gebreken te herstellen. De raad van Ameland ging met die verplichting iets te lichtzinnig om zoals de uitspraak van 19 april 2017 van de Afdeling Bestuursrechtspraak (ECLI:NL:RVS:2017:1063) laat zien.

In haar tussenuitspraak van 2 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2892) had de Afdeling de gemeenteraad opdracht gegeven om enkele in een bestemmingsplan geconstateerde gebreken binnen 16 weken, dat wil zeggen voor 22 februari 2017, te herstellen. Pas na ommekomst van de termijn, begin maart, verzocht de raad om verlenging van deze termijn. De Afdeling maakt hier korte metten mee. Zij concludeert uit het te laat ingediende verzoek om verlenging dat de raad niet heeft voldaan aan de herstelopdracht. De in de tussenuitspraak al geconstateerde gebreken leiden daarom tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van het besluit.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Jan