Skip to main content

Begrip agrarisch bedrijf

In de uitspraak van de AbRvS van 23 juli 2014, nr. 201305844/1/A1 komt de vraag aan de orde of een paardenhouderij waarvoor een bouwvergunning op grond van de Woningwet is verleend, als een agrarisch bedrijf kan worden aangemerkt.

Op grond van het bestemmingsplan Partiële herziening Buitengebied van de gemeente Deurne kon alleen een vergunning voor de bouw van een rijhal ten behoeve van een paardenhouderij worden verleend indien het bedrijf als agrarisch bedrijf kon worden aangemerkt. Voor de volledigheid: in het bestemmingsplan was niet opgenomen dat sprake diende te zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf. De AbRvS verwijst naar een eerdere uitspraak; AbRvS 4 december 2013, nummer 201303310/1/A1, waarin is vastgesteld dat:

“….voor het aanmerken van een paardenhouderij als agrarisch ‘bedrijf’ is vereist dat de agrarische activiteiten een – werkelijk – agrarisch bedrijfsmatig karakter hebben en dat voor de beantwoording van die vraag bijkomende gegevens gewicht in de schaal kunnen leggen, zoals, onder meer, het grondareaal, de veebezetting, de intentie waarmee de agrarische activiteiten worden ondernomen, de tijd die hieraan wordt besteed en de al of niet agrarische herkomst van betrokkene. Uit deze gegevens kan veelal worden afgeleid of de agrarische activiteiten een bedrijfsmatig dan wel een daarvan te onderscheiden hobbymatig karakter dragen.”

De rechtbank was van oordeel dat vanwege de aantallen te houden paarden, maximaal 27,  de paardenhouderij als bedrijfsmatig kon worden aangemerkt. De AbRvS acht dat onvoldoende. Nadat is verwezen naar de bovenstaande criteria, wordt vastgesteld dat voor het vaststellen van het bedrijfsmatig karakter van de paardenhouderij nog aanvullende gegevens zijn vereist.