De uitspraak van 23 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:3089 is geselecteerd naar aanleiding van de overwegingen over de relativiteit van de aantasting van het woon- en leefklimaat bij een vergunning voor het slopen en herbouwen van een schuur op een archeologisch rijksmonument. Het terrein waarop deze schuur zich bevindt, is aangewezen als archeologisch rijksmonument, vanwege de wierde waarop het dorp is gebouwd en de overblijfselen van een borg. Een wierde of terp is een kunstmatige heuvel, aangelegd in de tijd toen er geen dijken waren, om bij hoogwater een droge plek te hebben. Een borg is een burcht of versterkte adellijke woning in Groningen. De minister heeft de vergunning verleend, omdat de gevolgen van de activiteiten voor het archeologisch rijksmonument aanvaardbaar zouden zijn.
Appellant vreest een aantasting van zijn woon- en leefklimaat. Hij vreest onder meer een vermindering van het zicht op de wierde en een vermindering van het uitzicht vanaf de wierde. De Afdeling verwijst naar het verwevenheidscriterium: waarbij de individuele belangen van burgers die in of in de onmiddellijke nabijheid van een aangewezen beschermd monument wonen verweven zijn met het algemene belang dat de Erfgoedwet en de Monumentenwet 1988 beogen te beschermen (zie ook AbRvS 22 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1757). De percelen van appellant maken deel uit van het als archeologisch monument aangewezen terrein en appellant beleeft daardoor het reliëf van de wierde. Om die reden doet deze verwevenheid zich hier voor. De gronden van appellant gericht tegen de archeologische beoordeling van deze aanvraag konden daarom door de Afdeling worden beoordeeld.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike