Alternatieven MER en natuur overschrijding kritische depositiewaarde
13 maart 2020
De uitspraak van de AbRvS van 11 maart 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:741) is relevant vanwege de overwegingen over stikstof en het alternatievenonderzoek bij een plan MER bij het bestemmingsplan Pallas-reactor in Petten. Stichting Pallas wil een multifunctionele nucleaire reactor realiseren op het terrein van de bestaande Onderzoekslocatie Petten, die geschikt is voor het produceren van medische- en industriële isotopen en het uitvoeren van nucleair technologisch onderzoek. Deze reactor dient ter vervanging van de huidige reactor, die bijna 60 jaar operationeel is en tegen het einde van zijn economische levensduur loopt. Naast deze reactor worden diverse andere niet-nucleaire voorzieningen op het terrein gebouwd. Stichting Duinbehoud en een bewoner hebben beroep aangetekend tegen dit plan. Deze omwonende woont binnen de evacuatiezone op een afstand van ongeveer 1,5 km van de voorziene reactor, waarmee deze omwonende als belanghebbende kan worden aangemerkt.
Stichting Duinbehoud voert aan dat bij het plan MER als alternatieve locatie Borssele had moeten worden onderzocht. De Afdeling wijst op haar uitspraak van 8 februari 2012 (ECLI:NL:RVS:2012:BV3215) en stelt dat een alternatief pas hoeft te worden betrokken in een MER als het alternatief beantwoordt aan de doelstelling van de initiatiefnemer. Kort samengevat is de conclusie dat Petten feitelijk de enige locatie is voor de reactor, omdat op de locatie de complete infrastructuur voor de productie (bestraling) en verwerking van medische isotopen voor de wereldmarkt aanwezig is. Dat is belangrijk voor de houdbaarheid en kwaliteit van een aantal van de isotopen. Voor de locatie Borssele zou al deze infrastructuur op locatie opgericht moeten worden. Op landelijk niveau waren er geen realistische locatiealternatieven die in het plan-MER redelijkerwijs in beschouwing hadden moeten worden genomen.
Het plangebied ligt op korte afstand van de Natura 2000-gebieden “Zwanenwater & Pettemerduinen”, “Duinen Den Helder-Callantsoog” en “Noordzeekustzone”. Stichting Duinbehoud voert aan dat het plan significante effecten heeft op deze Natura 2000 gebieden omdat het plan een toename van stikstofdepositie veroorzaakt, terwijl de kritische depositiewaarden van sommige habitattypen al worden overschreden. Vermeldenswaardig is de overweging van de Afdeling dat de kritische depositiewaarde aangeeft bij welke mate van stikstofdepositie wordt aangenomen dat niet langer op voorhand kan worden uitgesloten dat er een risico is dat de kwaliteit van het habitattype wordt aangetast, zie ook AbRvS 6 april 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:940). Overschrijding van deze waarde betekent dan ook niet dat vaststaat dat een aantasting van de kwaliteit van een habitattype plaatsvindt, maar uitsluitend dat de mogelijkheid van een aantasting niet zonder meer afwezig is.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike