Skip to main content

Akoestisch onderzoek; representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden

AbRvS 6 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3404. Bij het besluit van 22 december 2020 heeft de raad van de gemeente Leudal het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Ittervoort 4e fase” vastgesteld. Het plan voorziet in een uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein “Ittervoort”.

Volgens appellanten is in het akoestisch onderzoek dat aan het plan ten grondslag ligt niet uitgegaan van een representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden.

De Afdeling stelt allereerst vast dat in het akoestisch onderzoek is uitgegaan van de vestiging van drie bedrijven in het plangebied. Volgens de Afdeling is in het akoestisch onderzoek bij de beantwoording van de vraag of het plan voorziet in een aanvaardbaar woon- en leefklimaat niet uitgegaan van een representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden. Zo zijn op grond van artikel 3 van de planregels niet alleen logistieke bedrijven toegelaten maar alle bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de milieucategorieën 2 tot en met 3.2 van de staat van bedrijfsactiviteiten in bijlage 1 bij de planregels, waaronder ook allerlei industriële bedrijvigheid. De mogelijke geluideffecten daarvan zijn niet onderzocht. Ook is geen rekening gehouden met de vestiging van meer dan drie bedrijven, terwijl het plan meerdere bouwvlakken kent, en zijn evenmin geluidbronnen beschouwd op grotere hoogte dan de hoogte van de te plaatsen schermen. Ook is geen rekening gehouden met mogelijke reflecties van geluid via gevels van de te bouwen gebouwen.

De Afdeling volgt de raad verder niet in de stelling dat het niet bezwaarlijk is om van een fictieve situatie uit te gaan omdat individuele bedrijven in elk geval zullen moeten voldoen aan de normen van het Activiteitenbesluit milieubeheer (Abm) en het gebiedsgerichte geluidbeleid. Het aan een bestemmingsplan ten grondslag gelegd onderzoek moet namelijk een adequaat beeld geven van de geluideffecten van een representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden, en dus moet, ook gelet op de uitvoerbaarheid van het plan, inzichtelijk zijn of zich hier bedrijven in toegestane milieucategorieën kunnen vestigen. Bovendien sluit het feit dat individuele bedrijven de normen van het Abm moeten naleven, niet uit dat de hier toegestane bedrijven tezamen zullen leiden tot een uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening onaanvaardbare mate van cumulatie van geluid.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob