De uitspraak AbRvS 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:491, gaat over een bouwplan voor twee-onder-een-kapwoningen en een uitweg. Het college heeft daarvoor een omgevingsvergunning en een projectafwijkingsvergunning verleend. Een buurman komt tegen dit plan op en stelt dat het college bij de besluitvorming voorbij is gegaan aan de afstandseisen voor ruimten tussen bebouwing, opgenomen in artikel 2.5.17 Bouwverordening 1992. De tussenruimte tussen de woning van appellant en de nieuwe woning bedraagt 15,6 cm, terwijl deze afstand volgens de Bouwverordening 1 meter zou moeten zijn.
Allereerst legt de Afdeling uit dat op grond van het overgangsrecht bij de Reparatiewet BZK 2014 deze bepalingen niet zijn vervallen, maar van toepassing blijven tot het tijdstip van wijziging van het bestemmingsplan voor het gebied, doch uiterlijk tot 1 juli 2018. Vervolgens overweegt de Afdeling dat, gelet op de aard van de procedure, een redelijke uitleg van artikel 9 Woningwet met zich brengt dat het bepaalde in de Bouwverordening wijkt voor wat via een afwijkingsomgevingsvergunning mogelijk wordt gemaakt. Bij het verlenen van een dergelijke omgevingsvergunning mag echter het belang dat de bepaling uit de bouwverordening beoogt te beschermen niet uit het oog worden verloren, zie ook AbRvS 4 mei 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AT5113.
In dit geval heeft het college niet gemotiveerd op welke wijze met deze belangen rekening is gehouden. Het besluit wordt vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gehouden omdat het college tijdens de zitting heeft gemeld dat de tussenruimte kan worden afgedicht waardoor geen vuil in de tussenruimte terecht kan komen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike